Het vehaal van de herfstprei.

De afgelopen twee seizoenen ben ik op het land aan het experimenteren gegaan met o.a. mulch, groenbemesters en combinatieteelt. De 23 jaar daarvoor was er dat veelal bij in geschoten. En wat er in zit wil er graag uit!
Één van de proeven was de combinatieteelt van microklaver met prei. In een artikel van eind jaren ’90 had ik gelezen dat je met deze combinatie veel minder last zou hebben van trips. Trips is een beestje van ca. 2 mm dat zuigt aan de bladeren en voor kleine witte plekjes op de prei zorgt.

Als eerste de klaver gezaaid. De opkomst was prima. Volop onkruid zorgde voor heel wat uren wiedwerk. Ongeveer 4 weken later volgde de prei, die in de vrijgehouden ruimte tussen de klaver rijtjes werd geplant. Wat zag dat er prachtig uit zeg. Ik werd er helemaal blij van.
Echter na een paar weken zag je dat de groei van de preiplanten achter bleef t.o.v. de prei die niet tussen de klaver was geplant.
Op dat moment begon de zoektocht naar maatregelen om de groei in de planten te houden: Meer ruimte voor de prei, klaver korter maaien, water geven en bijmesten.
Helaas bleek de klaver toch een te grote concurent in voeding en water voor de prei. De wortelontwikkeling van de prei naar de zijkant lukte niet i.v.m. de aanwezigheid van de klaverwortels.Experimenten kunnen mislukken en dit was er één van.

Op dit moment oogst ik de prei als mooie dunne bosprei en gelukkig wordt dat gewaardeerd. Bovendien blijft er na de oogst direct een groenbemester op het land achter.

Heeft het verhaal toch nog een positief einde!